donderdag 13 november 2008

De foutieve beeldvorming over Adolf Eichmann

Geen Schreibtischtäter
Op donderdag 13 november spreekt Gabriel Bach in de Amsterdamse sociëteit Felix Meritis over het proces tegen Adolf Eichmann (1906-1962) dat in 1961 in Israël werd gevoerd en dat veelal werd beschouwd als hèt proces van de eeuw. De inmiddels 81 jaar oude Gabriel Bach, geboren in 1927 in Duitsland — die tijdens het Eichmann-proces één van de belangrijkste aanklagers was en later, tussen 1982 tot aan zijn pensionering in 1997, heeft gefunctioneerd als rechter van het Israëlische Hooggerechtshof —, trekt zeer aandacht voor en tijdens zijn optredens met de boodschap dat deze Eichmann niet de 'simpele' nationaal-socialist was, die persoonlijk niets tegen Joden had, doch slechts orders uitvoerde zonder daar zelf enig fanatisme bij aan de dag te hebben gelegd.
Gabriel Bach is van mening dat — hoewel het proces een strafzaak was waarvoor zoveel mogelijk degelijk materiaal moest worden verzameld om te kunnen bewijzen dat Adolf Eichmann de directe verantwoordelijkheid droeg voor de transporten van Joden naar de vernietigingsmachinerie in concentratiekampen — het proces van historische betekenis is geweest doordat daarmee voor het eerst de omvangrijke systematiek van het geplande uitmoorden van het Europese Jodendom in algemene zin bekend werd, ook en vooral in Duitsland waar dat prcoes elke avond opnieuw een thema was op de beeldbuis en daardoor het onderwerp nadien niet meer kon worden genegeerd of deels terzijde kon worden geschoven.
Gabriel Bach wijst beschuldigend in de richting van de filosofe Hannah Arendt, die over het proces heeft gepubliceerd en daarbij sprak over die Banalität des Bösen. Ondanks haar belangstelling heeft ze niet met Bach en zijn medewerkers willen spreken en kwam ze slechts enkele dagen voor het begin van het proces in Israël aan. Haar opstelling als filosofe van hoog aanzien en Jodin heeft er volgens Bach (mede) voor gezorgd dat er tot op heden een verkeerde opvatting bestaat over het werkelijke functioneren van Eichmann. Die was immers — in de context van de plannen tot vernietitiging van het Europese Jodendom van mening dat 'achttien een getal' was, maar een miljoen 'niet meer dan een statistiek'.
Zelfs toen Hitler met de Hongaarse leider Horty een afspaak had over 8700 Joodse gezinnen die mochten vertrekken, was het Eichmann die dit heeft willen verhinderen.
De avond in Felix Meritis, waarbij de voertaal Engels is, en die zal worden voorgezeten door Frits Barend, begint om 20:00 uur. De lezing van Gabriel Bach, die wordt gehouden onder het motto Sharing an office with Eichmann, is vrij toegankelijk. Meer informatie daarover kunt u hier vinden.

Saul Friedländer
De Joodse historicus Saul Friedländer, die is gespecialiseerd in de onderhavige thematiek, deelt de kritiek van Gabriel Bach aan Hannah Arendt. Hij laat — in zijn recente, monumentale standaardwerk over de geschiedenis van de vervolging en de aansluitende vernietiging van de Europese Joden [1] — er geen twijfel over bestaan wat de ware functie van Eichmann is geweest en dat alles rechtvaardigt de conclusie dat die Hannah Arendt met — al dan niet onderbewuste — preoccupatie naar dat proces is gegaan. Saul Friedländer — in 1932 te Praag geboren in een Joods gezin — heeft met zijn zeer omvangrijke geschiedschrijving in twee kloeke delen met betrekking tot dit thema getracht, deze onuitwisbaar bezoedelde bladzijden uit de geschiedenis van de twintigste eeuw in het algemeen en in het bijzonder van die in Europa tijdens de eerste helft van de vorige eeuw, voor een groter lezerspubliek inzichtelijk te maken zonder daarbij voorbij te gaan aan gecompliceerde structuren.
Net als voor vele 'alledaagse' mensen blijft het een ondoorgrondelijk gebeuren dat juist in het land van de dichters en denkers, dat ook op andere fronten één der meest ontwikkelde naties ter wereld was, iets extremistisch crimineels en verachtenswaardigs van zodanige omvang heeft kunnen plaatsgrijpen.

Deel 1: De jaren van vervolging
In het eerste deel van Saul Friedländers boek uit 1997 — dat een jaar daarna in een Nederlandse vertaling bij uitgeverij Het Spectrum in Utrecht is verschenen, en verleden jaar, samen met het tweede deel in één band met opgeteld meer dan 1.300 pagina's tekst, door Nieuw Amsterdam Uitgevers (opnieuw) is uitgebracht [1] — behandelt Friedländer de Jodenvervolging in Duitsland aan de hand van zo ongeveer alle literatuur die over dat bewuste tijdperk (1933-1939) bestaat. De auteur is de stellige mening toegedaan dat de Duitse bevolking niet werkelijk uit was op een fysieke uitroeiing van het Jodendom (in Europa) [2], maar dat de in principe sterk afwijzende houding van datzelfde volk ertoe heeft geleid dat het wegkijken en de daaraan onverbrekelijk verbonden — dan wel van lieverlee (lees: door verdringing) ontstane — onverschilligheid mede verantwoordelijk is voor de situatie dat de nazi-bonzen vrijwel geheel ongestoord hun eliminatie van deze andere mensen, die niet in hun wereldbeeld pasten, hebben kunnen realiseren.

Deel 2: De jaren van vernietiging
Partijen, die in alle oprechtheid van hun overtuiging na de Tweede Wereldoorlog langdurig bleven beweren dat het niet Adolf Hitler was die verantwoordelijk was voor de ergste nazi-misdaden — maar dat dit alles moest worden toegeschreven aan de machtswellust van sommige nazi-topfiguren, die de werkelijkheid voor de Führer verborgen hielden —, zouden beter hebben kunnen, en dus moeten, weten als ze zich hadden georiënteerd op de harde feiten en niet op wensdenken. Het Duitse fenomeen Duckmäusertum — naar boven buigen en naar beneden trappen — heeft mede gezorgd dat die machthebbers de handelingsruimte namen om de plannen voor de Endlösung minutieus verder uit te werken en te realiseren. Saul Friedländer gaat evenmin een ander, dikwijls onderbelicht feit uit de weg: de houding die zo'n grote groep mensen — die in totaal zes miljoen Joden — aannam zich te schikken in de eisen van degenen die het voor het zeggen hadden. Dit geschiedde veelal uit overwegingen die waren gebasseerd op het principe van de Hoop: om zo erger te kunnen voorkomen en eventueel tijd te rekken.
Saul Friedländer heeft een Joods 'monnikenwerk' verricht door zich te worstelen door bergen van documenten met vastgelegde gebeurtenissen enerzijds en geprotocolleerde getuigenissen, mede op basis van grote aantallen brieven, dagboeknotities en opgetekende herinneringen.
Voor zijn ongeëvenaarde document met een conglomeraat aan onwrikbaar bewijsmateriaal heeft Saul Friedländer niet alleen de Pulitzerprijs gekregen; in 2007, op de laatste dag van de Frankfurter Buchmesse is hem aldaar in de Paulskirche [3] de Friedenspreis des Deutschen Buchhandels toegekend.
__________
[1] Dat zal te danken zijn aan het feit dat Nieuw Amsterdam-uitgever Henk ter Borg een decennium geleden nog bij werkzaam was bij Het Spectrum, doch nu met zijn Nieuw Amsterdam behoorlijk aan de weg timmert.
[2] Uit eigen ervaringen weet ik dat deze houding ook bij bepaalde groeperingen Nederlandse anti-semieten heerste. Men vond dat er voor Joden geen plaats in onze samenleving was, maar daarom hoefde toch niemand van hen op zelfs maar de geringste wijze te worden mishandeld. Ze zouden immers ook een eigen staat krijgen: Madagascar. Dat zo'n houding een al te gemakkelijke was, gebaseerd op een langzaam maar zeker geconditioneerde naïviteit, hoeft verder geen betoog. Een enkeling van hen was na de oorlog zo eerlijk om te bekennen dat ze weliswaar tevreden was met het feit dat de drieëneenhalf duizend Joden Groningen moesten verlaten, maar dat ze tijdens de oorlog, verplicht werkzaam op een kantoor van de Duitsers, iedere ondergedoken Jood waarover ze informatie had, ongemoeid heeft gelaten, aangezien ze tegen verraad was.
Aan de andere kant was er eind jaren tachtig van de vorige eeuw in datzelfde Groningen een winkelier, die bijna een halve eeuw na dato — aan ieder van wie hij wist of gevoeglijk kon aanemen dat deze niet-Joods was — vol trots vertelde dat hij op het viaduct bij het Hoofdstation van Groningen was gaan staan om de treinen met Joden uit te wuiven, en dat hij daar nog steeds trots op was. Die behoort, als hij nu nog leeft, tot de categorie der ewig Gestrigen.
[3]
De Paulskirche in Frankfurt am Main is een symbool voor vrede en vrijheid. Hier werd in 1848 de constitutionerende vergadering gehouden voor de stichting van de Duitse staat.
___________
Saul Friedländer: Nazi-Duitsland en de Joden
Deel 1. De jaren van vervolging 1933-1939
Deel 2. De jaren van vernietiging 1939-1945
472, resp. 862 pagina's, in één boek gebonden, met stofomslag.
Nieuw Amsterdam uitgevers, Amsterdam 2007.
Lannoo N.V., Tielt (voor België)
ISBN 978-9-782-3003-8.
____________
Afbeeldingen
1. Adolf Eichmann als 27-jarige in SS-uniform.
2. De Duitse filosofe Hannah Arendt (1906-1975).
3. Gabriel Bach als aanklager, op de achtergrond Eichmann tussen twee bewakers in een door kogelvrij glas omgeven beklaagdenbank.
4. Saul Friedländer.
5. Voorzijde van het stofomslag van Saul Friedländers 'foliant' over Nazi-Duitsland en de Joden.

Geen opmerkingen: