vrijdag 24 oktober 2008

Orlando Figes' standaardwerken over de Russische Revolutie en Leven onder Stalin nu als paperback

Onovertroffen
In een artikel van 4 augustus hebben we in deze rubriek gewezen op een paar bijzondere boeken over het leven in Rusland ten tijde van de zwaar gedegenereerde, krankzinnige, niet-seksuele sadist Josif Dzjoegasjvili, die aan de wereld beter bekend was en is onder één van zijn minimaal 39 pseudoniemen: Stalin — de man van staal. Eén van die twee boeken betrof een biografie van deze dictator als jongeman, het tweede betrof het volkomen ingesnoerde leven dat de meeste Russen hebben geleid — geleden zou je willen zeggen — in de periode van de onnoemelijke terreur, die van overheidswege jegens hen werd verordineerd en die weliswaar in eerste instantie terugging op de persoon Stalin en diens wezen(loosheid), maar die nimmer zulke grillige en onmetelijke vormen had kunnen aannemen als daar niet een apparaat zou zijn ontstaan in de vorm van mensen, die hem klakkeloos zijn gevolgd en die machinaal hebben gehoorzaamd aan zijn bevelen.
Voor dat boek is de auteur, Orlando Figes, op alle fronten internationaal hoog geprezen, en terecht, want zo'n thriller vol gruwelen, die enerzijds een belasting vormt door de vele — noodzakelijkerwijs! — beschreven wandaden van het regime Stalin, doch tegelijkertijd een toegevoegde waarde van hoog niveau weet te realiseren onder meer door de veelomvattendheid van de thematiek en de wijze waarop de auteur dat alles heeft verwoord.

Geniale geschiedschrijving
Voordat zijn Fluisteraars was verschenen, had Figes reeds in 1996 A people's Tragedy gepubliceerd, dat echter pas tien jaar later in een Nederlandse vertaling — evenals Fluisteraars door Toon Dohmen — is uitgekomen, en thans, binnen twee jaar, in de gebonden editie is uitverkocht, en sedert begin deze maand als paperback op de markt is gebracht, hetgeen tevens geldt voor Fluisteraars.
Het is begrijpelijk dat de vakpers en de boekbesprekers zo positief over dit omvangrijke — meer dan 1100 pagina's omvattende — boek zijn. Het is de eerste keer dat een boek over de Russische Revolutie zich niet beperkt tot de tijd vanaf 1917, of eventueel vanaf 1905 toen er ook al flink werd gemord [1], maar een echte revolutie niet heeft kunnen plaatsgrijpen. Orlando Figes gaat echter terug tot het jaar 1891, waar hij de eerste aanzetten signaleerde tot dringend gewenste en evenzo noodzakelijke veranderingen in het maatschappelijk bestel van alledag, dat niet langer zou kunnen worden bepaald door de Romanovs en hun adviseurs, maar waarin ook echt plaats zou zijn voor het volk. Dat dit later, onder de aanvankelijk wellicht verbeteraars lijkende, protagonisten van de Oktoberrevolutie allengs is gedegenereerd tot een minstens zo ernstig schrikbewind als dat van de Tsaar en zijn machtsapparaat, hoeft niet (meer) te worden betwijfeld.
Schreef Jacob Israël de Haan (1881-1924) zijn verbijsterende verslag over de situatie in Russische gevangenissen ten tijde van de Tsaar [2], en had zo'n halve eeuw tevoren de Fransman Jules Michelet (1798-1874) [3] reeds zijn traktaat over de verschrikkingen aldaar, van de Weichsel tot in het hart van Siberië, uitgegeven, waarin hij iedere Rus omschreef als een martelaar; het toptraktaat van Orlando Figes is superieur aan al die verdienstelijke werken. Niemand hoeft zich te schamen voor de gedachte dat de latere gevangenen van die figuren, welke wandelende uitwassen zijn geworden van diezelfde oorspronkelijk als positieve doelen nastrevende omwentelingen, het ook bepaald niet beter hebben gehad dan die van de blauwbloedige regeerders, die het voor de revolutie te zeggen hadden en hun bloedige lakens hebben uitgedeeld.

Andere opzet
Orlando Figes heeft zijn portret van de Russische revolutie volstrekt anders opgezet dan alle tot dusverre verschenen standaardwerken over dit fenomenale gebeuren. Hij biedt perspectieven vanuit diverse persoonlijkheden, die niet door de auteur als waarschijnlijk worden geacht of zijn geïnterpreteerd op basis van diens eigen voorkeuren, maar geconstrueerd naar aanleiding van persoonlijke verslagen, die veelal berichten over een tragisch verloop van diverse individuele geschiedenissen. Dat alles heeft Figes verweven met het objectieve verhaal over de ontwikkeling van alle aan de Revolutie gelieerde fenomenen. Die mijlpaal in de historie van het enorme rijk tussen de Weichsel en het verre Vladivostok heeft een enorme betekenis gehad — en zal die houden — voor niet alleen de bewoners van het Rusland van toen en hun talrijke nazaten tot in minimaal het vierde geslacht, maar tevens voor de ontwikkeling van de geschiedenis van de Balkanlanden en die staten, welke direct grenzen aan het vrijere West-Europa — aan de andere kant van het IJzeren Gordijn, waar het gras nu eenmaal groener was.

Mensenwerk
Orlando Figes laat zien dat de Raderen der Geschiedenis niet een op zichzelf werkzaam mechaniek vormen dat naar willekeur kan draaien, maar dat dit altijd afhankelijk is van menselijk handelen of het uitblijven daarvan op cruciale momenten. Hij heeft met zijn aanpak een staaltje monnikenwerk verricht dat momenten van toen nu tot monumenten binnen de levensloop van in eerste instantie Europa zijn gepromoveerd, waarvan we weten dat de invloeden ervan nog altijd veel verder reiken dan de grenzen van de Oude Wereld.
Orlando Figes onderscheidt binnen die elfhonderd bladzijden vier perioden: de eerste van het Oude Regime, als voorloper met ondergronds reeds gistende indicaties voor de wens naar wijzigingen; dan volgt de meer dan een kwart eeuw beslaande periode van de Gezagscrisis (1891-1917). Het derde onderdeel omvat de periode der daadwerkelijke Revolutie tussen februari 1917 en maart 1918. Het omvangrijkste hoofdstuk is het vierde, dat handelt over de burgeroorlog en het ontstaan van het sovjetsysteem in de jaren 1918-1924.
Tragedie van een volk heeft als thema de mijlpaal in de westerse geschiedenis, welke als Russische Revolutie bekend gebleven is, en het boek is zelf al heel snel een mijlpaal gebleken binnen de bestaande vakliteratuur over de toestanden en gebeurtenissen, die hun schaduwen reeds gedurende een kwart eeuw hadden vooruit geworpen in het leven van zowel de Tsarenfamilie alsmede van de miljoenen Russen in de verschillende lagen van de bevolking. En tot op de huidige dag zijn op tal van fronten in diverse landen en streken de schaduwen van de gevolgen van diezelfde omwentelingen objectief aanwijsbaar en, niet te vergeten, voor zo menigeen subjectief voelbaar.
Met een zeer hoog ontwikkeld fingerspitzengefühl heeft Roland Figes met zijn boeken over het land en volk dat we onder de verzamelnaam Rusland kennen — en dat eigenlijk zoveel landen en volkeren omvat — zelf geschiedenis geschreven op het hoogst denkbare niveau.
Dankzij vertaler Toon Dohmen zullen nu veel meer lezers kennis kunnen nemen van de inhoud van deze gedetailleerd beschreven historie dan wanneer zijn boek(en) niet ook in het Nederlands zouden zijn verschenen. HULDE.
__________
[1] De Rus Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) schreef drie Revolutie-symfonieën: de Tweede (opus 14 — 1927) draagt als titel Октябр (Oktober); de Elfde (opus 103 — 1957) heet Het jaar 1905; de Twaalfde (opus 112 — 1961) draagt de naam Het jaar 1917.

[2] Jacob Israël de Haan: In Russische gevangenissen. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1913.

[3] Jules Michelet: Les Martyrs de la Russie (1854); in het Nederlands vertaald en van aantekeningen voorzien door S.J. Bouberg Wilson. Wereldbibliotheek, Amsterdam, zonder jaartal.
____________
Afbeeldingen
1. Rug van de Nederlandse paperback-editie van het boek in kwestie.
2. Auteur Orlando Figes (Foto Erik van den Boom).
3. Eén van de vooraanstaande vrouwen in de omwentelingen was Alexandra Kollontaj (1872-1952). Hier staat ze, in 1919, samen met de befaamde anarchiste Emma Goldman (links).
4. Dmitri Sjostakovitsj. Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1984. Collectie Heinz Wallisch.
5. Voorplat van Orlando Figes' boek in de meest recente Nederlandse editie.

Orlando Figes: Tragedie van een volk
De Russische Revolutie 1891-1924.
1120 pag., grote paperback, met acht fotokaternen.
Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam.
September 2008 (tweede druk; gebonden editie oktober 2006).
ISBN 978-90-468-0486-5.

maandag 20 oktober 2008

Leugens en legenden omtrent Felix Kersten — met helende handen in dienst van Hitler en Himmler

Felix Kersten
Mensen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de twintigste eeuw en met name die van de Europese historie in de eerste helft van de twintigste eeuw, die door veel kwaad en als gevolg daarvan door veel dood en verderf en menselijke tragedies wordt gekenmerkt — tragedies die zijn veroorzaakt door enkele groepen van krankzinnige criminelen van de ergst denkbare orde, die hun beestachtigheid in de vorm van, al dan niet seksueel getint, sadisme, en, overdrachtelijk dan wel heel direct vampirisme in alle denkbare schakeringen. Tussen al die afgezanten van het Beest uit de Afgrond zoals — om nu even binnen nazi-Duitsland van toen te blijven— zoals Hitler, Eichmann, Bormann, Speer, Himmler en vele anderen, bevonden zich meelopers of mensen die wel anders hadden gewild maar dat niet aandurfden of meenden dat ze door binnen de structuren te blijven, hier en daar iets ten goede van sommige vervolgden te kunnen bewerkstelligen.
Eén van deze personen was de van oorsprong Finse arts Felix Kersten (1898-1960) de persoonlijke masseur van Himmler, die voor de oorlog ook bevriend was met Bernhard von Lippe-Biesterfeld, die zo menig nazi-grootheid tot zijn vriendenkring mocht rekeken. Hij is er door zijn directe invloed — vast niet in de laatste plaats door zijn directe contact met het lichaam van de massamoordenaar en deze met die handelingen een gevoel van welbehagen te verschaffen, en derhalve subliminale homoërotische handelingen te verrichten — in geslaagd veel mensenlevens te redden.
Na de ineenstorting van het derde rijk werden zulke mensen dikwijls met de nek aangekeken of zelfs voor de rechter gesleept, en in ieder geval veracht omdat ze zich met het nazi-gespuis hadden ingelaten. Nadere bestudering leert in veel gevallen dat er dikwijls geen sprake was van luidheid of lafheid, maar van zeer complexe situaties met afhankelijkheden, die niemand achteraf kan wegredeneren.
Hoewel Kersten flink wat mensen van de ondergang heeft gered, bleef hij, ook na de Tweede Wereldoorlog trouw aan de nazi-denkbeelden, en in die zin dus wel degelijk een man om volkomen te mijden.

Documentaire film
Emmanuel Amara heeft een documentaire film gemaakt over Felix Kersten, die de titel draagt Satan's doctor, die op maandag 20 oktober door Canvas, het tweede Belgische, Nederlandstalige televisienet zal worden uitgezonden tussen 22:05 uur en 23:00 uur.
Wellicht dat de film enig inzicht verschaft in oorzaken en gevolgen van zijn bekering tot Hitlers denkbeelden. Dat hij op meer dan één punt echter ook bepaald niet koosjer in de kop was, bleek uit zijn beweringen in het naoorlogse Nederland — waar hij vanwege de goede daden zoals bove gemeld, werd bewonderd — dat hij had voorkomen dat Den Haag werd gebombardeerd, dat de Afsluitdijk zou worden doorgestoken en dat de totale Nederlandse bevolking naar Polen zou worden gedeporteerd. Alles legendevorming en wensdenken van de man zelf, waarvan zo menig nuchtere Nederlander anno toen veel heeft geloofd.